Het moeilijkste bij het maken van de wijnen is vaak het wachten. Als in oktober de druiven zijn geplukt zou je het liefste de volgende week de nieuwe wijnen uitschenken en heerlijk proeven. Maar zo werkt dat niet.
De druiven van de Wilde Wijngaard gaan naar het Limburgse Vijlen, naar St. Martinus. Daar gaan Stan Beurskens en zijn mensen aan het werk en ontstaan de mooiste wijnen. Op 1 februari zijn Johan en Peter naar Vijlen gegaan om met Stan te overleggen hoe de ontwikkeling van de wijnen gaat. En met hem te bepalen wat er nog moet gebeuren. En dan moet er natuurlijk ook worden geproefd. Voor twee wijnen is dat mogelijk: de Wilde Witte 2019 en de (heel bijzondere) Wilde Oranje Barrique 2018.
Om met die laatste te beginnen: deze is in het eikenhouten vat gegaan en rijpt daarin verder. Samen met nog vele andere wijnen ligt hij opgeslagen in de Barriquezaal. Met Stan kunnen we even ruiken en daarna ook nog proeven van onze trots: het wordt echt een fantastische wijn.
En dan de Wilde Witte. Vorig jaar bekroond met een zilveren medaille, zijn we benieuwd hoe deze wijn het dit jaar doet. De geur is weer uitstekend: heerlijk fris-fruitig met vooral peer en meloen. Met het drinken van de wijn merken we dat hij lekker is, maar nog wel iets tijd nodig heeft om nog wat koolzuur te verliezen en op de fles de smaak verder te ontwikkelen. We besluiten dat we de komende maand de Wilde Witte gaan bottelen en daarna de wijn nog twee tot drie maanden op de fles nog wat laten rijpen. Naar verwachting zal hij in mei goed op dronk zijn en kunnen we de Wilde Witte 2019 op dat moment presenteren en aan de liefhebbers aanbieden.